FOGO
Als een zwart juweel in de Atlantische Oceaan rijst Fogo, het eiland van vuur, op uit de golven. Dit is het meest ruige en dramatische eiland van Kaapverdië, gedomineerd door de imposante Pico do Fogo, een gigantische vulkaan die het landschap vormgeeft. De laatste uitbarsting in 1995 liet diepe sporen na, zichtbaar als grillige lavavelden die vanuit het vliegtuig al een onvergetelijke indruk maken.
Wie Kaapverdië bezoekt en Fogo overslaat, mist een van de meest indrukwekkende plekken van de archipel. Dit eiland is een ervaring op zich, een wereld van as, lava en leven.
Een Vulkanisch Spektakel
Het landschap van Fogo is haast buitenaards. Pico do Fogo, de hoogste berg van Kaapverdië (2.829 meter), torent boven alles uit en domineert de horizon. Een beklimming van deze actieve vulkaan is een onvergetelijk avontuur: terwijl je langs vulkanische asvelden en scherpe lavastromen klimt, ontvouwt zich een panoramisch uitzicht dat de hele reis de moeite waard maakt.
In de Chã das Caldeiras, een gemeenschap op de kraterbodem, leven de bewoners letterlijk in de schaduw van de vulkaan. Hier proef je de veerkracht en gastvrijheid van de lokale bevolking, die ondanks de zware omstandigheden trouw blijft aan hun land.
São Filipe: Koloniale Pracht en Creoolse Charme
Naast het ruige vulkanische landschap biedt Fogo ook São Filipe, een van de mooiste en best bewaarde koloniale steden van Kaapverdië. De stad ademt geschiedenis, met zijn sierlijke sobrado-huizen, geplaveide straatjes en charmante pleinen. Struin door de historische wijk, bezoek de lokale markten en laat je meevoeren in de relaxte sfeer van deze kleurrijke stad.
Wijn van Vulkanische Bodem
De vulkanische ondergrond van Fogo heeft nog een ander bijzonder voordeel: het eiland produceert een unieke, pittige wijn die nergens anders ter wereld te vinden is. De wijnranken groeien op de lavavelden, wat de druiven een uitgesproken en krachtige smaak geeft. Een bezoek aan een lokale wijngaard in Chã das Caldeiras, waar je direct van de wijnmakers proeft, is een absolute aanrader.
Fogo: Een Must-See Bestemming
Fogo is een eiland dat je niet alleen bezoekt, maar voelt – de hitte van de zon op de zwarte lavabodem, de geur van as en aarde, de hartelijkheid van de bewoners en de grootsheid van de natuur. Een georganiseerde uitstap naar Pico do Fogo is een must, maar ook de sfeer van São Filipe, de vulkanische wijnen en het ongerepte karakter maken dit eiland tot een hoogtepunt van elke Kaapverdië-reis.
Laat je betoveren door het eiland van vuur – een plek waar de aarde nog leeft en waar avontuur en authenticiteit hand in hand gaan.
Laat ons je verblijf op maat maken!
Ben je geïnspireerd door dit eiland ? Wij helpen je graag om je droomreis te realiseren. Neem contact met ons op en wij stellen een op maat gemaakt voorstel voor je samen, inclusief dit eiland.
Neem Contact OpGeografie
- Oppervlakte : 476 km²
- Lengte : 26.3 km
- Breedte : 23.9 km
- Aantal inwoners : 36.000
- Hoofdstad : São Filip
- Hoogste punt : Pico do Fogo ( 2829 m )
Must see / do op Fogo
- Een georganiseerde uitstap naar de vulkaan Pico do Fogo is een must. Het grillige landschap langs de slingerende weg naar boven doet denken aan Mars. Tegelijk is de Atlantische oceaan nooit weg te denken. Vergeet zeker uw fototoestel niet.
- Er worden verschillende wandeltochten en trekkings voor alle niveaus georganiseerd. Bekijk hier ons volledige aanbod.
- In Chã das Caldeiras – de krater die in Pico do Fogo ontstond tijdens de eruptie van ‘95 – woont een kleine gemeenschap quasi afgesneden van de rest van de wereld. Ze hebben een mysterieus uiterlijk – met blond haar en blauwe ogen – en een hartelijk karakter. U kan er lekker eten, wijn maken en zelfs logeren.
- Wellicht logeert u in de hoofdstad São Filipe. Het stadje lijkt wel een postkaart uit de koloniale periode: prachtige sobrados (typisch Portugese huizen) met kleurrijke gevels, met kasseien geplaveide wegen, gezellige pleintjes en weergaloze zichten op de pikzwarte kust, de diepblauwe oceaan en het tegenoverliggende eiland Brava.
Bezienswaardigheden
De kust van Alentejo
De kust van de Alentejo, gelegen tussen de monding van de rivier Sado en Zambujeira do Mar, verrast ons door haar ongereptheid, kleine pareltjes van zon en zand, vriendelijke mensen en heerlijke gastronomie. Van Troia tot Sines Troia is te bereiken via Alcácer do Sal of door met de ferryboot vanuit Setúbal het Sado-estuarium over te steken. Het schiereiland Troia heeft bij aankomst heel wat te bieden. U kunt er golf spelen, surflessen nemen, strandwandelingen maken of dolfijnen spotten. U kunt ook op zoek gaan naar het cultureel erfgoed, zoals het paaldorp Carrasqueira en de Romeinse ruïnes van Troia die aantonen dat deze streek 2000 jaar geleden al rijk was aan natuurlijke hulpbronnen. Na Troia is Comporta een geliefkoosde plaats om met het gezin naar het strand te gaan of te gaan eten in een van de uitstekende restaurants. We bevinden ons in een streek met vele rijstvelden, zodat rijstschotels hier niet te missen specialiteiten zijn. De kust tot Sines bestaat uit een eindeloze zandvlakte, met aangename stranden zoals die van Pinheirinho en van Galé, bijvoorbeeld. In Melides en Santo André kan men naargelang voorkeur voor bepaalde activiteiten kiezen tussen zeestranden en lagunes. Dit zijn ook geschikte plaatsen om te kanoën of te windsurfen. Sines is een van de belangrijkste steden aan de kust van Alentejo en beschikt over een industriële haven en een kaap. In deze stad met een traditionele vissershaven is Vasco da Gama, de grote ontdekkingsreiziger, geboren. Misschien waren zijn reizen wel een bron van inspiratie voor het Festival de Músicas do Mundo (wereldmuziekfestival) dat hier elk jaar in het begin van de zomer plaatsvindt. Van Sines tot Zambujeira do Mar Vanaf de haven van Sines veranderen deze paradijselijke uitgestrekte zandstranden en wisselen de zachte baaien zich af met schilderachtige rotsstranden. Aan de stranden van São Torpes, Morgável en Vale Figueiros kunt u met het hele gezin een aangename vakantie doorbrengen. De enorme rijkdom van het onderzees landschap maakt dit gebied uiterst geschikt om te duiken. Op weg naar het strand vindt men kleine visrestaurantjes in dorpjes die boven de zee hangen. Zoals Porto Covo, een pittoresk vissersdorpje met een mooi plein omringd met lage huisjes. Het strand is heel gezellig en vanuit het haventje met de kleurrijke boten kan men een bezoek brengen aan het eiland Ilha do Pessegueiro, dat verderop in zee ligt. We rijden verder naar Vila Nova de Milfontes, aan de monding van de rivier Mira. Tussen het strand aan de Atlantische oceaan en de rivier, zijn boottochten of kanoën enkele van de mogelijkheden om aangename momenten met vrienden te beleven. Man kan ook de rivier opvaren tot in Odemira. Almograve, gelegen tussen kliffen en roodachtige duinen is een toevluchtsoord voor surfers en bodyboarders. Vanuit dit dorp kan men een wandeling maken door de velden naar het strand, langs duinen en rotsformaties die miljoenen jaren oud zijn. Meer naar het zuiden ligt Cabo Sardão, met een woest landschap en een prachtig uitzicht over de grillige kustlijn. Dit is de enige plek ter wereld waar de witte ooievaar haar nest maakt op de kliffen.Deze inspirerende reis brengt ons tot in Zambujeira do Mar, met nog meer stranden om te ontdekken. Hier vinden de surfers langs de kust perfecte golven om hun stijl te oefenen en zich te vermaken. Maar de kust van Alentejo is meer dan alleen stranden. Ten zuiden van Sines is er het natuurpark Parque Natural do Sudoeste Alentejano e Costa Vicentina, met vele mogelijke wandel- en mountainbikeroutes. De verschillende paden die zijn aangegeven langs de 450 km-lange Rota Vicentina tussen Santiago do Cacém en Cabo de São Vicente zijn een goede manier om de streek te leren kennen, meer te leren over de dagelijkse bezigheden van de bewoners en andere ervaringen op te doen die nauwer aansluiten bij de gewoonten en tradities van deze streek.
Monsaraz, Moura & Alqueva
Een bezoek aan Monsaraz is een reis terug in de tijd. Dit middeleeuwse dorp heeft door de eeuwen heen het traditionele karakter weten te bewaren waardoor het de perfecte plaats is om vrede en rust te vinden, alsof de tijd stil staat. Het stadje verandert elk jaar in juli in een openluchtmuseum. Dit is een uitstekende gelegenheid om de gewoontes en tradities van de Alentejo op het gebied van handwerk en eten te leren kennen. Ook vinden er verschillende culturele evenementen plaats zoals muziek, theater, dans en kunsttentoonstellingen. Er zijn vele redenen om een bezoek te brengen aan dit in zonlicht badende vrolijke dorpje in de Alentejo, gelegen vlakbij de linkeroever van de Guadiana rivier, in een streek met glooiende heuvels waar de olijfbomen groeien en uitstekende wijn wordt gemaakt.
Laat niet na tijdens een wandeling door het dorp Moura een bezoek te brengen aan de Mouraria, een typische Arabische wijk. In het straatje Muralha Nova, net aan de rand van deze buurt, ontdekt u nog een deel van de kasteelmuren uit het einde van de 17de eeuw. Het Arabische Museum, gebouwd rondom een historische waterput (Poço Árabe), verkeert in uitstekende staat en is een bezoek meer dan waard. Ver boven het gebouw, waar de gemeentelijke bibliotheek is gevestigd in het voormalige Paços do Concelho de Moura, steekt de indrukwekkende Taipa toren uit. Deze dateert ook uit de Arabische periode en is een interessant bouwwerk om te zien. Wandelend langs de straatjes van Moura kunt u de dikke schoorstenen waarnemen die loodrecht op de muren van de huizen staan, een typisch detail van de gebouwen in Alentejo.Het Alqueva-meer is een van de grootste kunstmatige meren van Europa, aangelegd in de rivier Guadiana. Het meer beslaat een oppervlakte van 250 km2 en ligt op het grondgebied van vijf gemeenten met verschillende bezienswaardigheden. In het midden van de Alentejo lijkt de wonderlijke sterrenhemel van Alqueva op een donkere fluwelen deken bezaaid met miljoenen sterren. Dit beschermd en internationaal gecertificeerd gebied staat geregistreerd als Dark Sky Reserve of Starlight Tourism Destination en beslaat een oppervlakte van circa 3000 km2. Omdat dit een perfecte plek is voor astronomische waarnemingen, hebben de gemeenten rond het grote Alqueva-meer, Alandroal, Reguengos de Monsaraz, Portel, Mourão, Moura en Barrancos het initiatief genomen om deze bijzondere eigenschap te bewaren. Daarom wordt de stadsverlichting ‘s nachts tot een minimum beperkt, zodat dit natuurlijk fenomeen in al zijn pracht kan waargenomen worden. Er zijn vele mogelijkheden om de streek van Alqueva en de Alentejo te ontdekken, maar de Rota Dark Sky is ongetwijfeld een reis vol verrassingen en ontdekkingen die u nooit zult vergeten.
Marvão, Castelo de Vide & Portalegre
Marvão is zonder twijfel een van de mooiste dorpen van Portugal, gelegen op 900m hoogte op enkele kilometers van de Spaanse grens. Geografisch gezien is Marvão een natuurlijk strategisch verdedigingspunt, met erg steile hellingen aan het noorden, zuiden en westen. Een van de belangrijkste redenen om het dorp te bezoeken is het prachtige uitzicht over de streek. Je kan er kilometers ver uitkijken over de omgeving. Ga er bij voorkeur heen in de late namiddag wanneer de ondergaande zon een zachter licht werpt op de schilderachtige steegjes. Castelo de Vide moet je ‘s ochtends vroeg verkennen wanneer de zon de witte gevels van de huizen versterkt. Aan de noordkant, tussen het kasteel en de Fonte da Vila, kan je één van de best bewaarde joodse buurten in Portugal zien, die afgebakend wordt door een aantal smalle straatjes. Laat je betoveren door de charme van het middeleeuwse verleden. Portalegre strekt zich uit op de zuidelijke hellingen van de Serra de São Mamede en ligt tussen wijngaarden en eiken- en kastanjebossen. Een deel van het centrum is verkeersvrij waardoor de stad makkelijk te voet kan worden verkend. Schilderachtige, steile straatjes leiden naar het Largo da Sé, omgeven door mooie huizen met elegant siersmeedwerk. Laat je verrassen door de met azulejos bedekte gevels en winkeltjes die uit een ander tijdperk lijken te komen.
Beja, Serpa & Mértola
Bezoek het vredige Beja en ontdek verhalen over veroveringen en verborgen liefdes. Begin uw bezoek aan de stad bij de Torre de Menagem van het kasteel, die heel belangrijk was voor de verdediging van de grenzen van Portugal. Deze 40 meter hoge donjon is volledig in marmer gebouwd en hét herkenningspunt van Beja. Het is meer dan de moeite waard de toren te beklimmen en boven te genieten van het landschap van de Alentejo. De Manuelijnse gebouwen aan de Praça da Républica geven aan dit plein een bijzonder uitzicht. Op dit plein staat ook een pelourinho (schandpaal) uit de 16e eeuw en de kerk Igreja da Misericórdia, een typisch gebouw in renaissancestijl. Als u verder loopt door de Rua do Touro komt u bij het Museu Jorge Vieira, een belangrijk Portugees beeldhouwer uit de 20ste eeuw die bekend is om zijn terracotta beeldjes. De eerste indruk die een bezoeker van Serpa krijgt is het uitzicht over de enorme vestingen van het kasteel met twee poorten, de Porta de Moura en de Beja, de enige twee overgebleven poorten van de 5 oorspronkelijke poorten. Binnen de muur aan de westkant staat het mooiste herenhuis van Serpa, het 17de-eeuwse Palácio do Conde do Ficalho (gesloten voor publiek). Ook opvallend is het indrukwekkende aquaduct met een Italiaanse boog dat zich uitstrekt tot aan de rand van de zuidelijke muur. Mértola geniet van een idyllische ligging aan de Guadiana. Waar de ooievaars nesten en de sierlijke witte huizen over de Guadiana rivier uitkijken, wacht u de bekoring van een levend museum. Na een tijd in de vergetelheid te zijn geraakt, is het dorp weer nieuw leven ingeblazen dankzij de tussenkomst van archeologen die met het openluchtmuseum een nieuw concept hebben gecreëerd en hierbij ook het herstel van de traditionele cultuur en handwerk hebben geïntegreerd. In een wandeling langs de onregelmatige straatjes, waarvan de middeleeuwse sfeer bewaard is gebleven, kan men rustig door de geschiedenis bladeren. Laat niet na om een bezoek te brengen aan de ambachtslieden in de ateliers om het traditionele handwerk te leren kennen. En proef de heerlijke Alentejo keuken terwijl u van het uitzicht over de rivier geniet.
Estremoz, Vila Viçosa en Borba
De witte en nobele stad Estremoz kan verdeeld worden in twee delen: de oudere ommuurde wijk met middeleeuwse huizen en het moderne stadje buiten de muren. Estremoz bezit een rijk cultureel erfgoed waarvan het kasteel met zijn middeleeuwse muren en de oude citadel (13e eeuw), waarin nu de Pousada Rainha Santa Isabel is gevestigd, zich het meest onderscheiden. Het stadje is voornamelijk bekend vanwege het witte marmer van uitstekende kwaliteit dat in de streek gewonnen wordt en verantwoordelijk is voor 90% van de nationale marmerproductie waarmee Portugal de tweede marmerexporteur ter wereld is. Vrijwel net zo bekend is de rode klei waarmee de traditionele figuurtjes worden gemaakt die overal in de handwerkwinkels in de stad te koop zijn. Vila Viçosa is een aangename stad en was vroeger de verblijfplaats van de hertogen van Bragança en een paar koningen. Het beroemde Paço Ducal (hertogelijk paleis) lijkt een miniatuurversie van Versailles en is een must bij een rondreis door de Alentejo. Er is een rondleiding van 1 uur. De stad Borba ligt enkele kilometers verderop en is net als Estremoz en Vila Viçosa bekend om het marmer dat de stad de typische witte uitstraling geeft. Het is een mooie rit langs de marmergroeve tussen Vila Viçosa en Borba. De wijn van Borba is een van de beste van Portugal – proef hem bij voorkeur tijdens het sfeervolle wijnfestival in november.
Elvas
Elvas, de stad die dicht bij de grens met Spanje ligt, heeft gestreden voor de onafhankelijkheid van Portugal en zijn geschiedenis. Zo werd ze een voorbeeld voor de hele mensheid. Wie in Elvas arriveert, wordt ontvangen door een enorm Aquaduct met een lengte van 7 km en 843 bogen. Het aquaduct werd gebouwd door de architect Francisco de Arruda die ook meewerkte aan de Torre de Belém in Lissabon. De omvang en de cijfers zijn al even indrukwekkend als wat we verder nog zullen ontdekken. We betreden hier per slot van rekening het grootste gebastioneerd fort ter wereld waarvan de stervormige verdedigingsstructuren met een omtrek van 10 km een unieke getuigenis zijn van de evolutie van de militaire strategie tot in de 19e eeuw. Deze vormden een heel belangrijke verdedigingslijn gedurende de onafhankelijkheidsoorlog tegen Spanje halverwege de 17e eeuw en deden dienst als militaire basis van generaal Wellington tijdens de Franse invallen in het begin van de 19e eeuw. De fortificaties van Elvas zijn vandaag erkend als UNESCO werelderfgoed. Dit goed bewaarde militaire bolwerk wordt gevormd door de islamitische en middeleeuwse stadsmuren e door de 17e-eeuwse vestigingsmuren die volgens de Nederlandse stijl van Cosmander werden gebouwd. Hiervan maken ook deel uit het Forte de Santa Luzia (17e eeuw ), het Forte da Graça (18e eeuw ) en de 3 kleinere forten uit de 19e eeuw – São Mamede, São Pedro en São Domingos. Als u een vogel was, zou u de verrassende tekening van de vestigingswerken op de grond kunnen bewonderen, die nu alleen op luchtfoto’s is te zien of die u zich kan inbeelden wanneer u de monumenten bezoekt of geniet van het landschap in de omgeving. Tip: bezoek Elvas gedurende de markt Feira de São Mateus, in september en proef Sericaia met pruimen (soort flantaart met kaneel en ingelegde pruimen)
Évora en omgeving
Évora ligt op een licht glooiende heuvel in de enorme vlakte van de Alentejo. Het historische centrum, omgeven door een stevige ring van muren, bewaart een waardevol cultureel erfgoed wat door Unesco werd uitgeroepen tot Werelderfgoed. Het centrale gezellige plein, Praça do Giraldo leidt naar de benedenstad met de Igreja de São Francisco en de Capela dos Ossos (beenderkapel). De fontein op het plein krijgt water uit het aquaduct Água da Prata in het noordwesten van de stad. Heuvelopwaarts vanaf het plein komt men in de bovenstad met de romaans-gotische kathedraal (Sé), de universiteit met prachtige azulejos, de Templo Romano, de Termas Romanas, het bisschoppelijk paleis, het Museu de Évora en het Convento dos Lóios, nu een elegante pousada. Op een 20km buiten de stad ligt de magische Cromeleque dos Almendres, bestaande uit 95 menhirs. Boek een begeleide fietstocht voor de beste ervaring. Ten noordwesten van de megalieten ligt de stad Montemor-o-Novo met een citadel en 2 kloosters. Op 30 km ten noordoosten van Évora bevindt zich het versterkte kasteel en dorp van Evoramonte.
Fado
Een zwarte omslagdoek, een Portugese gitaar, een stem en veel gevoel; dit eenvoudige beeld tekent de Portugese wereldmuziek fado, tegenwoordig een erkend symbool van Portugal. Het is een lied dat vertelt over gevoelens, liefdesverdriet, heimwee naar iemand die vertrokken is, het alledaagse en de veroveringen. Het dagelijkse geluk en ongeluk zijn de grenzeloze thema’s die fadozangers blijven inspireren. De fado is de fado en niets anders. Het is zonder onderscheid muziek recht uit de Portugese ziel. Maar er zijn er die het aandurven om onderscheid te maken tussen de professionele fado en de fado van de amateurs. Bij de eerste gaat het om zangers die van de fado hun leven hebben gemaakt. De stijl van de tweede, de “fado vadio”, zoals het ook wel genoemd wordt, is ietwat anders, maar brengt ook dezelfde ongrijpbare gevoelens van verlangen en verdriet onder woorden. In de gelegenheden die vandaag de dag weer her en der in de volksbuurten van Lissabon voorkomen, worden de fadozangers nooit uitgenodigd… zij nodigen zichzelf uit en hebben geen vast repertoire. In 2011 is de fado, zoals die in Lissabon wordt gezongen als symbool van de identiteit van de stad en het land, door UNESCO uitgeroepen tot Werelderfgoed van de Mensheid. Om meer te weten te komen over de geschiedenis van de fado, raden we aan het Museu do Fado te bezoeken. Het fadomuseum is gelegen in Alfama, een van de historische volkswijken van Lissabon. De uitgebreide collectie, uitstaan uit honderden schenkingen, vertelt ons de geschiedenis van de fado vanaf het begin van de 19e eeuw tot nu. Het huis waar Amália Rodrigues (1920-1999) woonde in Lissabon, vlak bij Madragoa, is nu een museum. Zij was een van de meest charismatische fadozangeressen die de fado naar de grote Europese concertzalen bracht. Haar indrukwekkende natuurlijke verschijning op het podium, in een lange zwarte jurk met omslagdoek, zal ons voor altijd bij blijven. Enkele (wereld)bekende fadozangers/zangeressen zijn Amália Rodrigues, Mariza, Ana Moura, Cuca Roseta, Aldina Duarte, Cristina Branco, Carminho, Katia Guerreiro, Dulce Pontes, Camané, Carlos do Carmo, …
Tramritten in Lissabon
Trams zijn het ideale vervoermiddel om een paar van de interessantste plekjes van het historisch en bouwkundig erfgoed van Lissabon te leren kennen of om gewoon de stad te doorkruisen.De bekendste tram is Tram 28 tussen Martim Moniz en Campo de Ourique.Hoewel je de tram op elke halte kunt nemen, begint de route in het historisch centrum op het plein Largo Martim Moniz. Dan gaat hij verder naar Alfama, Chiado, Bairro Alto, Campo de Ourique, een traditionele residentiële wijk en tot aan het plein Largo dos Prazeres, het eindpunt van de route. Hoewel de meeste trams in Lissabon geel zijn gekleurd, is tram 28 de meest bekende die in alle toeristische gidsen staat vermeld. Er bestaat echter ook een rode, historische versie die comfortabeler is. Bij deze rit in de rode tram 28 hoort begeleiding, zodat u geen enkel detail van de reis hoeft te missen. Tram 12 maakt een rondrit vanaf het plein Praça da Figueira, langs Martim Moniz en rijdt dan omhoog richting Bairro do Castelo. Vanaf Largo das Portas do Sol is het traject gelijk aan dat van tram 28. De tram rijdt dan terug naar de Baixa. In de Baixa kunt u ook tram 15 nemen die van het plein Praça da Figueira tot in Algés rijdt. Het is dan ook een goed transportmiddel om in Belém te komen. Bovendien rijdt de tram langs de rivier, zodat uw reis nog interessanter wordt. Het is ook een moderne en snellere tram. In Cais do Sodré kunt u tram 18 nemen tot Ajuda, een wijk in het hoger gelegen deel van Belém. Met deze tram komt u aan het Palácio Nacional da Ajuda, de laatste officiële residentie van de Portugese koninklijke familie, tegenwoordig een museum. Op het plein Largo do Camões in Chiado kunt u tram 24 nemen naar Campolide, die Príncipe Real, Rato en Amoreiras passeert. Daarnaast is er nog tram 25 die het plein Praça da Figueira met Campo de Ourique verbindt. Onderweg rijdt u langs de wijken Santos, Lapa en voorbij de basiliek Basílica da Estrela. Het is ook een van de mogelijke trajecten voor wie het Museu Nacional de Arte Antiga (Nationaal Museum voor Oude Kunst) wil bezoeken. In dat geval stapt u uit bij halte “Santos” en loopt nog een paar minuten verder. Verder zijn er nog drie liften en een tram, die tot nationaal monument zijn uitgeroepen en waarmee u de stadsheuvels kunt beklimmen. Op Restauradores kunt u de lift Elevador da Glória nemen om sneller bij de Bairro Alto, Príncipe Real en het uitkijkpunt van de tuin Jardim de São Pedro de Alcântara te komen. Aan de overkant van de Avenida da Liberdade, halverwege de parallel gelegen straat Rua das Portas de Santo Antão, gaat de lift Elevador do Lavra naar de tuin Jardim do Torel. Vlak bij Chiado verbindt de lift Elevador da Bica twee oude uitgaanswijken van Lissabon, namelijk Bairro Alto en Cais do Sodré. Eén van de andere attracties van Lissabon is de Elevador de Santa Justa, in het hart van Baixa. Het is een uitstekend uitkijkpunt over het centrum van de stad. Dit bouwwerk uit het begin van de XXe eeuw (1902) is kenmerkend voor de ijzerarchitectuur in Portugal. Het is gebouwd door de Fransman Raoul Mesnier du Ponsard, leerling van Eiffel.